DEN HAAG, 2 juli 2024 – Vandaag staat het nieuwe kabinet onder voorzitterschap van minister-president Dick Schoof op het bordes van Paleis Huis ten Bosch. Onder de nieuwe bewindslieden is Zsolt Szabó, staatssecretaris Digitalisering en Koninkrijksrelaties. Wie is hij en wat valt er al te zeggen over zijn ‘digitale plannen’?
Zsolt Szabó heeft een lange geschiedenis in de digitale wereld. Van 2007 tot aan zijn voordracht als staatssecretaris was hij werkzaam voor ICT-reus Capgemini, sinds 2010 als vicepresident. Daarnaast was hij sinds 2010 voorzitter van het Bel-me-niet-register en vicevoorzitter van ECP – Platform voor de InformatieSamenleving. Ook politiek en overheid zijn Szabó niet vreemd: in 2003 was hij kortstondig directeur informatiebeleid openbare sector bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), totdat hij in juni van dat jaar namens de VVD de Tweede Kamer in ging. Voor die partij had hij onder meer ICT in portefeuille.

Op 20 juni jl. maakte Szabó tijdens een hoorzitting al kennis met de Tweede Kamerleden die Digitale Zaken in portefeuille hebben. Daarin verwees hij onder meer naar de staatscommissie ‘Belgen doen het beter’, die in 2003 in het rapport ‘Een kwestie van uitvoering’ al een aantal stevige ‘digitale’ aanbevelingen deed, onder andere: burgers en bedrijven moeten centraal staan in overheidsdienstverlening, niet de overheid zelf.
De commissie, opgericht door huidig Regeringscommissaris Informatiesamenleving Arre Zuurmond, bestond uit Arthur Docters van Leeuwen, Wim Deetman, Ivo Opstelten, Marco Pastors en Roel in ’t Veld. Szabó zelf baseerde er als Kamerlid ICT zijn rapport ‘De Belgen voorbij’ nog op. De kersvers staatssecretaris was ook te spreken over het rapport ‘Maak Waar!’ van de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid uit 2017, maar constateert tegelijkertijd dat dat stuk deels een herhaling was van het rapport uit 2003, terwijl intussen veertien jaren verstreken waren.
Welke ideeën van Szabó kunnen we uit de hoorzitting halen? Hoewel niet bedoeld als inhoudelijk gesprek tilde de staatssecretaris wel een klein tipje van de sluier op. Voor Szabó is de centrale vraag: hoe kan een overheid het best de burger benaderen? Afkomstig uit de private sector heeft hij het al snel over de ‘klantreis’. Van geboorte tot dood doorloopt een burger een lang traject waarin die op verschillende momenten behoefte heeft aan verschillende diensten van de overheid. Om die burger daarin goed te kunnen bedienen kan de overheid volgens Szabó nog een forse centraliseringsslag maken. Hij citeerde uit de initiatiefnota ‘Wolken aan de horizon’ die enkele dagen eerder was gepresenteerd door de Kamerleden Jesse Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) en Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA): “Besluitvorming over ICT hoort thuis in het hart van de politiek in plaats van versnipperd door alle bestuurslagen.” Szabó vindt dat op thema’s als kunstmatige intelligentie (AI) en de cloud beleid absoluut gecentraliseerd moeten worden en acht het niet wenselijk dat provincies, gemeenten of zbo’s hierop eigen beleid voeren.
Szabó deelde in de hoorzitting ook vast zijn eerste voornemens voor het moment dat hij zijn kantoor op het departement kan betrekken. Zo wil hij goed gaan bestuderen welke kennis en expertise op ICT-vlak de overheid nu eigenlijk zelf in huis zou moeten hebben, zodat de grote ICT-vraagstukken en benodigde dienstverlening ook goed in de markt kunnen worden gezet. Daarnaast gaat de staatssecretaris zich buigen over de vraag hoe centralisering over departementen heen kan worden aangestuurd en hoe de ambtenaar zo goed mogelijk in staat kan worden gesteld de door de burger gewenste dienstverlening ook goed uit te voeren.
Op de ochtend van de hoorzitting met Zsolt Szabó deed voorzitter Mark Landman van Stichting Digitaal Burgerschap Nederland een oproep aan de nieuwe staatssecretaris: ‘Staatssecretaris Digitalisering moet burger centraal stellen’.