Tweede Kamerlid Martijn Buijsse is namens de VVD portefeuillehouder Digitale Overheid. Stichting Digitaal Burgerschap Nederland (DBN) ging met Buijsse in gesprek naar aanleiding van de publicatie van de nieuwe Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS).

U bent namens de VVD lid van de vaste Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken, die nu enkele jaren bestaat. Hoe beoordeelt u de slagkracht van deze nog jonge commissie, gezien de overlap op veel dossiers met bijvoorbeeld Justitie en Veiligheid en Economische Zaken?
“Naast de dossiers binnen JenV en EZ speelt digitalisering ook een grote rol in onze leefstijl en gezondheid. Digitalisering kan het helpen om ons milieu en de natuur schoon te houden. Maar ook als het gaat over het weerbaar houden van Nederland tegen agressie uit het buitenland speelt digitalisering een grote rol. Digitalisering is dus overal voor onze inwoners en ondernemers. Het is een enorm groot onderwerp waar we als parlement nog niet écht grip op hebben.
Als Kamercommissie Digitale Zaken moeten we daarom niet proberen om over alle departementen heen te regeren. VVD vindt dat de Kamercommissie Digitale Zaken juist faciliterend dient te zijn en handvaten dient aan te reiken waar de departementen en andere overheden juist gebruik van kunnen maken om hun werk te doen.
De Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) is een goed voorbeeld daarvan: die biedt randvoorwaarden voor overheden om aan te slag te gaan. Ik vind dat de commissie Digitale Zaken het kabinet hierop dient te controleren. Overigens moet dit dan ook gepaard gaan met een financiële begroting en verantwoording over wat er binnen de NDS gedaan wordt. Daar is dus nog een verbeterslag mogelijk en daar zal ik de demissionair staatssecretaris ook zeker op bevragen de komende tijd.”
U noemt recent gepubliceerde de Nederlandse Digitaliseringsstrategie al. Wat vindt u daar als portefeuillehouder namens de VVD van?
“Ik ben positief gestemd. Voormalig staatssecretaris Szabó heeft veel werk verzet om overheden bij elkaar te krijgen en tot deze strategie te komen. Je kunt cynisch zijn en zeggen dat er veel open deuren in staan. Tegelijkertijd biedt de strategie ook kansen om de potentie die ons land kent op het vlak van digitalisering waar te maken. Ik ga vanuit die positieve grondhouding verder aan de slag.”
In de NDS spreekt het demissionaire kabinet het voornemen uit door het Huis van Thorbecke heen te breken, omdat de digitale overheid zich niet leent voor afzonderlijke bestuurslagen. Hoe kijkt u daartegenaan?
“Voor een inwoner of ondernemer is er maar één overheid. We moeten dus toewerken naar een omgeving waarin álle diensten waar een inwoner of ondernemer gebruik van wil maken beschikbaar zijn. Het mag dus niet uitmaken of dat dan om een rijbewijs gaat, een toeslag, een huwelijk of het starten van een bedrijf. Dat gebeurt wat VVD betreft allemaal vanuit dezelfde digitale persoonlijke omgeving.”
Het demissionaire kabinet wil met de NDS inzetten op een grotere rol voor (digitale) standaarden. Stichting Digitaal Burgerschap Nederland ontwikkelde zelf ook een Sociale Digitale Standaard. Ziet de VVD een rol weggelegd voor intensiever gebruik en handhaving van standaarden om de digitale dienstverlening door de overheid aan burgers te verbeteren (of zoals de NDS zegt: “burgers en ondernemers centraal stellen”).
“Het gebruik van standaarden is erg belangrijk. Je moet een gemeenschappelijke taal hebben als het gaat om het doorlopen van processen, het uitwisselen van gegevens en het opzetten van digitale diensten voor ondernemers en inwoners. Het gebruik van die standaarden zou een uitgangspunt moeten zijn bij het ontwerp van die diensten.”
Gaan we daar iets van terugzien in het verkiezingsprogramma van de VVD?
“Het verkiezingsprogramma voor de aankomende Tweede Kamerverkiezingen wordt momenteel geschreven. Ik vind het niet netjes om daar nu al op voorruit te lopen. Eerst gaan we dat als VVD met onze leden bespreken en vaststellen en daarna kom ik graag nog eens met jullie verder praten over de inhoud van ons programma.”
Is de VVD voorstander van een minister voor Digitale Zaken?
“Het is belangrijk dat we ons ervan bewust zijn dat de 4 belangrijkste ICT-agentschappen binnen de overheid – de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG), Logius, het Shared Service Centrum ICT (SSC-ICT) en de Dienst ICT Uitvoering (DICTU) – momenteel ongeveer 4.000 medewerkers hebben en dat er binnen de gehele Rijksoverheid, op basis van cijfers van de Algemene Rekenkamer, 3.246 vacatures voor ICT-personeel zijn!
We moeten onze ICT-talenten dus beter gaan organiseren. In Estland hebben ze één agentschap voor ICT en digitale dienstverlening georganiseerd onder de minister van Justitie en Veiligheid. Recent heb ik om deze reden een motie ingediend om te inventariseren of er mogelijkheden zijn om de samenwerking tussen RvIG, Logius, SSC-ICT en DICTU te verstevigen en ook te bekijken of het voorstelbaar is om deze organisaties te laten fuseren [de motie is door de Kamer aangenomen, red.].”
