Rob Rietveld is voorzitter van het bestuur van het NPBO, het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid, en bestuurslid bij DBN, Digitaal Burgerschap Nederland.
‘Bij besluitvorming gaat het vaak mis in de aansluiting tussen maatschappij, politiek en bestuur.’
‘Tot 2011 heb ik mij nooit met politiek of bestuur beziggehouden’, zegt Rob Rietveld. ‘Totdat er een windpark in mijn achtertuin kwam te staan.’
Rob hield zich tot die tijd vooral met automatisering, interieurbouw en vastgoedontwikkeling bezig, maar richtte toen de NLVOW op, de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines. Sindsdien is burgerparticipatie de rode draad in zijn werk en zijn leven. ‘Ik probeer de stem van de burger te laten horen.’
Burgerparticipatie
‘Ik zie het als mijn rol binnen DBN om vanuit het burgerperspectief en de mogelijkheid te kunnen participeren naar digitaal burgerschap te kijken’, zegt Rob. ‘Burgerparticipatie kent verschillende varianten. Je ziet steeds vaker dat een burgerberaad wordt ingezet, een groep gelote burgers die samen een mening vormen over een bepaald onderwerp. Een andere vorm is de dialoogtafel. Daarmee probeer je alle argumenten die aan een beslissing ten grondslag liggen bij de politieke besluitvormers te krijgen. Door samen te werken kun je een groot aantal conflicterende belangen oplossen. Dan houd je alleen de echt tegenstrijdige belangen over, en daarmee moet je naar politiek en bestuur.’
Woon- en leefomgeving
Bij elk project dat invloed heeft op de woon- en leefomgeving van burgers, is burgerparticipatie nodig, is Robs stellige overtuiging. ‘Bij de energietransitie is dat misgegaan’, zegt hij. ‘Besluiten werden genomen over de hoofden van burgers heen, ’in het algemeen belang’. Dat werkt niet. Dan komen mensen in opstand. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij het plaatsen van windturbines in het Veenkoloniegebied in Drenthe, waar ik woon. Zo kwam ik met burgerparticipatie in aanraking, of beter gezegd: met het gebrek aan échte burgerparticipatie. Ik schreef een verhandeling over best practices voor het Ministerie van Economische zaken over hoe je burgers kunt betrekken bij projecten die impact op hun woon- en leefomgeving hebben, welke lessen we uit het verleden kunnen trekken en hoe het in de toekomst beter kan. Het ging over de Omgevingswet, maar je kunt dat op elk project toepassen. Burgers moeten betrokken worden bij keuzes die impact voor hen hebben. We richtten het NPBO op, het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid, en organiseerden in 2017 een eerste burgerberaad in Friesland.’
Pilotproject
Ook bij digitalisering moet je dus burgers betrekken. Rob: ‘De Sociale Digitale Standaard, SDS, is er om burgers in de gelegenheid te stellen om maximaal te kunnen deelnemen bij gedigitaliseerde overheidsprocessen. We koersen nu op twee pilotprojecten: één in samenwerking met een gemeente en één in samenwerking met een uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. Bij beide projecten betrekken we een begeleidingsgroep met mensen van de werkvloer van de betrokken organisaties, en een begeleidingsgroep met burgers. Mijn rol hierin is tweeledig: vanuit de burgerkant kijken hoe je de SDS kunt toepassen, en anderzijds het burgerperspectief gebruiken om de standaard beter te maken.’
Aansluiting
Waar het om gaat, is de aansluiting tussen maatschappij, politiek en bestuur, ziet Rob. ‘Daar gaat het vaak mis. Als die aansluiting er niet of niet genoeg is, ontstaan conflicten. Je moet mensen vanaf het begin betrekken bij keuzes. Alleen inspraak organiseren is niet genoeg. Inspraak is geen burgerparticipatie. Dialoogtafels werken goed bij grote projecten. Kom samen tot oplossingen, waarbij je probeert een minimum aan conflictpunten over te houden. Kennis delen en beschikbaar maken is hierbij essentieel.’
Acceptatie
‘Bij burgerparticipatie hoort dat je als overheid uitlegt waarvoor plannen dienen, en wat de alternatieven zijn. Vaak hoor je dat het belangrijk is om draagvlak te creëren. Dat is een misverstand. Het gaat niet om draagvlak, het gaat om acceptatie. Als een burger begrijpt dat windenergie nodig is, dat zijn achtertuin de beste plek is voor de windturbine, en waarom dat allemaal zo is, hoeft hij het nog steeds niet leuk te vinden. Maar als je de burger volledig meeneemt in alle afwegingen, creëer je acceptatie. Dáár gaat het om. Dat je als burger begrijpt waarom iets nodig is. Burgers accepteren niet klakkeloos wat overheden doen, met het idee: het zal wel goed zijn. We zijn steeds dichter bevolkt, er is minder ruimte, de burger is mondiger geworden en organiseert zich makkelijk via sociale platforms. Laten we luisteren naar wat de burger te zeggen heeft.’
Begrijpelijk
Een digitaal traject van de overheid moet begrijpelijk zijn, zegt Rob. ‘Vergelijk het met de Nederlandse taal. Daar heb je de B1-standaard voor begrijpelijke taal, zodat mensen snappen wat de overheid bedoelt. Daar doet de overheid steeds meer aan. Vertaal je dat naar digitalisering, dan kom je uit bij de SDS. De SDS is voor digitalisering wat B1 is voor taalgebruik. Zorg dat je doelgroep het begrijpt, maak het duidelijk. Vráág de burger of hij het begrijpt, of het werkt.’
Lobby
‘We leven in een lobbycratie, wordt wel gezegd. Iedereen wil opkomen voor zijn eigen belang. Veel organisaties en bedrijven, van projectontwikkelaars tot natuur- en milieuorganisaties, hebben lobbyisten rondlopen bij de Tweede Kamer. De burger heeft dat niet. Eens in de vier jaar kan hij stemmen, en dat is het. Burgerparticipatie, in welke vorm dan ook, zorgt ervoor dat ook de stem van de burger kan worden meegenomen bij maatschappelijke ontwikkelingen’, besluit Rob. ‘Daar wil ik graag mijn steentje aan bijdragen.’
Rob Rietveld (1960) is voorzitter van het bestuur van het NPBO, het Nederlands Platform Burgerparticipatie en Overheidsbeleid, bestuurslid van het NLVOW, Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines, en vanaf het begin (2019) bestuurslid van DBN, Digitaal Burgerschap Nederland. Rob is elektrotechnisch opgeleid, maar startte in de automatisering, onder meer als systeemprogrammeur. Ook had hij een interieurbouwbedrijf. Later werkte hij in de vastgoedontwikkeling en adviseerde hij bedrijven die de start-up-fase ontgroeiden. Sinds ruim tien jaar houdt hij zich bezig met burgerparticipatie, omdat hij die als onontbeerlijk ziet bij alles wat nieuw wordt ontwikkeld met maatschappelijke impact.
Rob woont met zijn vrouw in Drenthe. Zij hebben drie volwassen kinderen. Rob wijdt niet alleen zijn werktijd aan burgerparticipatie, maar ook een groot deel van zijn vrije tijd: vier avonden per week en een deel van de weekenden. De rest is voor zijn gezin. ‘En met een huis uit 1910 is er altijd wel wat te klussen.’
Lees de eerder verschenen interviews met DBN-bestuursleden:
Wolfgang Ebbers
Martijn Vervoordeldonk
Lidwien van de Wijngaert